Ga naar de inhoud
Startschot aanpak illegaal vuurwerk | Ondernemingsstrafrecht

Startschot aanpak illegaal vuurwerk is gegeven!

Wie ervan uitgaat dat opsporingsdiensten zich pas kort voor de jaarwisseling gaan richten op de aanpak van illegaal vuurwerk komt bedrogen uit. Het startschot is reeds gegeven. In september is door de Minister van Veiligheid en Justitie het Werkprogramma Handhaving Vuurwerk (hierna: ‘ het Werkprogramma’ ) naar de Tweede Kamer gestuurd. Het Werkprogramma is geschreven ten behoeve van de verbetering van het toezicht en de handhaving op (illegaal) vuurwerk. Een intensieve samenwerking tussen onder meer de politie, Inspectie Leefomgeving en Transport, gemeenten, provincies en douane moet leiden tot een effectievere handhaving. De aanpak van illegaal vuurwerk geldt al jaren als prioriteit van opsporingsdiensten. In de strafrechtelijke opsporing ligt de focus op de illegale productie en handel in zwaar explosief vuurwerk.

Eenmaal strafrechtelijk vervolgd kan op een forse strafeis van het Openbaar Ministerie worden gerekend. In een recente strafzaak bij de rechtbank Overijssel werd door het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, geëist voor het ter beschikking stellen, voorhanden hebben en opslaan van illegaal vuurwerk in november 2015 . Het ging om in totaal meer dan 300 Cobra’s, bijna 100 lawinepijlen, ongeveer 1000 vlinders en een vijftal flowerbeds. Dit betreft allemaal professioneel vuurwerk. Kort gezegd is het voor particulieren verboden dit vuurwerk in te voeren in Nederland, voorhanden te hebben, op te slaan, of daarin te handelen. Dit is vastgelegd in het Vuurwerkbesluit en de Wet milieubeheer en strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten.

De rechtbank heeft in haar uitspraak van 19 september 2016 een taakstraf van 240 uur opgelegd en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank overwoog dat in dit geval in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats zou zijn, maar kwam uiteindelijk tot een mildere strafoplegging. Daarbij heeft de rechtbank onder meer in aanmerking genomen dat de verdachte niet eerder was veroordeeld in verband met illegaal vuurwerk. De voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden is vermoedelijk bedoeld als een flinke stok achter de deur. Lees de volledige uitspraak.

Uit de rechtspraak blijkt dat niet zelden in ernstige gevallen door de rechter een gevangenisstraf wordt opgelegd. Naast een geldboete, taakstraf of gevangenisstraf kan een rechter eveneens besluiten een veroordeelde het recht te ontzeggen om gedurende een bepaald aantal jaren in vuurwerk te handelen, een onderneming stil te leggen en/of een vergunning in te trekken. Tevens kan een procedure volgen om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen.

Met de vergaande consequenties die kunnen volgen bij een veroordeling in verband met illegaal vuurwerk is gespecialiseerde rechtsbijstand een vereiste. De strafrechtadvocaten van Cleerdin en Hamer beschikken over een ruime ervaring met vuurwerkzaken en staan u graag bij.